Rosj Hasjana of Jom Hasjofar
Het Joods nieuwjaar valt in de maand Tisjri, september. Rosj Hasjana is het begin van het nieuwe
Joodse jaar. Op deze dag werd de eerste mens geschapen, die wordt beschouwd als voltooiing van
de schepping.
Rosj Hasjana benadrukt de speciale relatie tussen God en de mensheid: onze afhankelijkheid van
God als onze schepper, die ons in leven houdt, en Gods afhankelijkheid van diegenen die zijn
aanwezigheid in de wereld bekend en voelbaar maken.
Het blazen op de sjofar (ramshoorn) is een centraal onderdeel van de gebeden. Het is een tijd van
inkeer, je geestelijke ‘inventarisatie’ opmaken over welke daden jij in je leven hebt verricht. Er
worden appels in honing gedoopt en gegeten, een teken van een goed en zoet jaar. Men wenst
elkaar ‘shana towa’, een goed jaar.