Zomaar een dag in november in het jaar 1942.
Met een stel vrienden waaronder Joop Veldink, Bets
Kerperien en Ernst te Wierike waren we aan het voetballen.
Van de winkelchef van Zijlstra hadden we namelijk een
strandbal gekregen. Deze hadden we beplakt met oude
kranten en veel stijfsel zodat het stevig genoeg zou zijn om
ermee te kunnen voetballen.
Het speelveld was de Weverstraat en de deuren van de
schuur van Berend en Barta Sprokkereef waren de goal. We
spreken van 1942, dus waren we als jongens van 14 jaar
heer en meester op de straten in het centrum van Borculo.
Van verkeer was amper sprake; dus speelruimte genoeg.
De speelvreugde werd abrupt verstoord toen er plotseling
een motor met zijspan de straat in kwam scheuren. Drie
Duitse SS-ers stapten af. Gewapend met machinegeweren
zetten zij één kant van de straat af. Direct daarna kwam er
een overvalwagen de straat inrijden met daarachter nog
een motor met zijspan. De SS-ers die op de motor achter
de overvalwagen reden zetten de straat aan de andere kant
af. De overvalwagen hield stil tegenover het huis van de
joodse familie Spanjar.
Barta Sprokkereef liet ons snel de schuur in, die we kort
daarvoor nog als goal hadden gebruikt. Eveneens gewapend
met machinegeweren gingen enkele Duitse soldaten uit de
overvalwagen, via de voor- en achterkant, het huis van de
familie Spanjer binnen. Vanuit de schuur waar wij ons schuil
hielden zagen we, enkele minuten nadat de SS-ers het huis
binnen waren gegaan, de familie Spanjar naar buiten
komen. Onder bedreiging van machinegeweren werden
vader, moeder en het kleine dochtertje Rita richting de
overvalwagen gedirigeerd. Rita had een klein knuffelbeertje
onder haar armpje. Vader en moeder Spanjar klommen in
de wagen. Daarna hielpen zij hun dochtertje de
overvalwagen in. Dit mislukte en ze viel achter uit de
overvalwagen op straat. Daarbij liet ze haar beertje vallen.
Een SS-er pakte het beertje en smeet dat de wagen in. Op
dezelfde manier als het beertje werd ook kleine Rita door
de Duitse soldaten letterlijk de wagen in gegooid. Zittend
tussen zwaar bewapende SS-ers werd de familie afgevoerd.
Dit aangrijpende drama speelde zich binnen een kwartier af
maar heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Ieder
detail, zelfs ieder woord wat er is gezegd, kortom de hele
tragedie van minuut tot minuut kan ik mij nog dagelijks
voor de geest halen. Ik zie mijzelf dan ook nog regelmatig
voor het met spinrag bedekte stalraampje staan en hoor
Barta Sprokkereef nog zeggen: "Zoll'n dee Duutsers zelf gin
kinder hebb'n? 't Bunt smeerlapp'n."
Daarbij zag ik ook door datzelfde stalraam, rechts van het
huis van de Spanjars, de synagoge.
De synagoge die nu gelukkig gerestaureerd is, opdat de
vele Borculose joden, waaronder ook Rita en haar ouders,
die door de Duitse bezetter werden afgevoerd en
omgebracht, nooit vergeten kunnen en mogen worden.
Tekst: Jan Bosman
"Zoll'n dee Duutsers zelf gin kinder hebb'n?"