Pesach
is het feest van de uittocht van de Joden uit Egypte. Na vierhonderd jaar van slavernij bevrijdde God het Joodse volk door
met tien plagen de Egyptenaren te straffen. Mozes en zijn broer Aharon waren de leiders van het volk en hebben deze
moeilijke taak vervuld.
De voorbereidingen voor dit feest zijn enorm. Het hele huis wordt schoongemaakt en in het bijzonder de keuken. Met een veer
wordt overtollig desem verwijderd, de kraan wordt omwikkeld met een doek zodat er geen desem in kan komen. Tijdens het
Pesachfeest worden geen levensmiddelen met chametzs (gist) gegeten, zoals brood, pizza, spaghetti etc.
De eerste avond van het Pesachfeest heet de Seideravond. Tijdens de Seideravond wordt de hagada (het verhaal over de
uittocht) verteld, soms uitgebeeld door kinderen en vergezeld van liederen uit de verschillende hoofdstukken.Daarna volgt er
een feestelijke maaltijd. Er is bijzonder eten zoals matzes (ongezuurd brood) en bittere mierikswortel, om de bitterheid van de
slavernij te herdenken. Op de Pesachschotel liggen 6 gerechten die de uittocht uit Egypte symboliseren. Er worden 4 glazen
wijn gedronken. Bij het vierde glas wordt gezegd: ‘Tot volgend jaar in Jeruzalem’. Voor de kinderen wordt een matzes
verstopt, de vinder krijgt een cadeautje. Het feest duurt zeven dagen.