De chanukiah is de achtarmige kandelaar die wordt aangestoken op Chanukah. De acht dagen verwijzen naar het wonder van het kruikje olie dat na de herovering van de Tempel gevonden werd en genoeg was voor een dag, maar door een wonder acht dagen steeds werd bijgevuld. Later werden er kaarsen gebruikt. Dan zijn er negen kaarsen. Met de negende kaars worden acht kaarsen aangestoken en wordt shamash genoemd. Op de eerste dag van Chanukah wordt kaars een aangestoken, op de tweede dag worden twee kaarsen aangestoken, op de derde drie enz. Dit gebeurt van rechts naar links.
Met Chanukah wordt de viering van de verovering van de Tempel herdacht en gevierd. Omdat dit een feestelijk gebeuren is worden er cadeautje gegeven en liedjes gezongen. Men bakt sufganiot, een soort Berliner bol. Ook wordt er de dreidel (tolletje) gedraaid, een spelletje specifiek tijdens Chanukah. Er staan vier letters op N(esj) G(adol) K(arah) P(oh) = een wonder was daar geschied.
De Chanukiah moet niet verward worden met de Menorah, de luchter in de Tempel die zeven kaarsen heeft.