Zij waren al ver voor de oorlog de eigenaren van een succesvolle exportslachterij, gesticht door hun vader. Ze hebben, samen met hun moeder Heintje, de oorlog overleefd door onder te duiken.
Als veehandelaren waren beide broers zeer succesvol. Voor de oorlog telde Borculo veel veehandelaren. Na de oorlog waren er nog slechts drie over, w.o. Ies en Bram Heijmans.
De vermaarde Borculose veemarkt boette langzaamaan belang in en hield in 1969 tenslotte op te bestaan. De broers Heijmans bouwden samen met hun moeder een klein imperium op door de koop van grond en van huizen in Borculo, die zij verhuurden.
Samen met Louis Meijer en David Colthof behoorden Ies en Bram tot de groep van orthodoxe joden, Ies was enige tijd voorzitter van de joodse gemeente.