Hartog Noot

Hartog Noot (1910-1941) was tussen 1933 en 1941 chazan (voorganger) en leraar in de kinderrijke Borculose Joodse gemeente. Het gezin telde drie kinderen, Mozes, Philip (“Mau”), Naomi en Barend Salomo en Naomi. Er ontstond een hechte vriendschap met het kinderloze echtpaar David en Helena Colthof. Beide echtparen vonden elkaar vooral in hun gezamenlijke passie: de mogelijkheid voor het stichten van een Joodse staat in Palestina. Toen de oorlogsdreiging groter werd beloofde het echtpaar Colthof zich over Barend en Naomi te zullen ontfermen, mocht hun ouders iets overkomen. Wat gevreesd werd geschiedde: beide ouders werden opgepakt en vermoord in verschillende concentratiekampen.

 

De drie kinderen zijn ondergedoken geweest m.b.v. Hendrik Huizing.

 

Meteen na de bevrijding van Borculo in april 1945 hebben David en Helena Colthof, die zelf ook ondergedoken hadden gezeten, de kinderen Noot opgespoord. Ze hebben hen in huis als hun pleegkinderen opgenomen. Na de oorlog heeft de gemeente Borculo ter nagedachtenis een straat genoemd naar de chazan, de Hartog Nootlaan.