Chanoeka

Het Feest van het licht is een van de kleinere Joodse feesten. Tijdens het feest, dat acht dagen duurt wordt er elke avond een kaars meer dan de vorige avond aangestoken met de hulpkaars en wordt ‘het wonder van de olie’ herdacht. De kaarsen staan in de kandelaar met negen armen, de → chanoekia. Het is een herinnering aan de herovering van de tempel in 164 v.Chr. op de Grieken. De hoge menora , de 7-armige kandelaar, die in de Tempel stond was door de Grieken omgegooid, tijdens hun vlucht en moest weer recht gezet worden. Nadat dit gedaan was, merkten de priesters dat er geen oliekruiken meer waren.

 

Een van hen vond echter nog een klein kruikje met daarin nog net genoeg olie om de menora een dag te laten branden. De menora werd aangestoken en de Tempel werd opnieuw ingewijd. De priesters moesten op zoek naar meer ritueel gezuiverde olijfolie om de menora te laten branden, maar konden die niet vinden. De volgende dag was het kruikje echter opeens weer vol. De dag daarna gebeurde hetzelfde en zo ging het acht dagen lang. Op miraculeuze wijze was de kleine hoeveelheid olie uit het gevonden kruikje dus voldoende voor acht dagen, de tijd die nodig was om nieuwe olie te persen en te zuiveren.

 

De menora staat veelal voor het raam in elk Joods huis en elke avond na het aansteken van de kaarsjes worden er spelletjes gespeeld, lekker gegeten en cadeautjes uitgepakt.